Retro
Tabletop Pinball Machine
May 28th
Mini pinball DIY
Altijd ben ik al zot geweest van flipperkasten. Zo heb ik zelf 2 pinball machines staan thuis.
Natuurlijk mogen er daar altijd bijkomen, maarja je moet plaats hebben ook he
Zo kwam ik op het idee van zelf een digitale flipperkast te maken.
Maar dan had ik een tvscherm nodig en dat kreeg ik dan ook niet over mijn hart om die daarvoor te gebruiken.
En toen ik bij een maat een laptop moest maken. En die maar niet te maken viel wegens volledig kapot te zijn haalde ik uit interesse eens de hele laptop uit elkaar. Toen ik het scherm in mijn handen had toen viel het idee op me!
Ik maak gewoon een mini Pinball!
Toen begon de planning.
Wat moet ik allemaal hebben?
– Een werkende laptop
– push buttons
– een 2de scherm voor de backbox eventueel?
– boardje om de push buttons te linken aan pc.
– hout
Hmmm dacht ik, dit valt wel mee (later wel tot het besef gekomen dat ik VEEL meer nodig heb). Aangezien ik al ervaring heb met de pushbuttons en boardjes (eigen arcadekast die ik gemaakt heb)
En zo kwam er na enkele maanden het idee in de frigo gelegen te hebben er een perfecte laptop in mijn handen. Snelle laptop met een perfect scherm dat zich dient voor some crazy pinball madness!
Eerst diende ik natuurlijk alles van de laptop te verwijderen dat maar kan.
En geloof me er zijn heel veel vijsjes in een laptop en er hangt meer los dan je denkt More >
TurboGrafx 16
Nov 28th
De TurboGrafx 16 is een in augustus 1989 door het Japanse NEC op de markt gebrachte 8 bit-spelcomputer.
De TurboGrafx 16 was een gezamenlijke ontwikkeling van de Japanse softwareproducent Hudson Soft (die er een eigen chipdivisie op na houdt) en elektronicafabrikant NEC. Hudson Soft zocht financiële ondersteuning voor de door hen nieuw ontworpen spelconsole terwijl NEC zocht naar een manier om de lucratieve spelcomputermarkt te betreden.
De TurboGrafx 16 was en is een zeer compacte computerspelconsole, hoofdzakelijk wegens een zeer efficiënte “drie chip”-architectuur en het gebruik van HuCards, een gegevensdrager ter grootte van een kredietkaart. HuCard is een samentrekking van de woorden Hudson en card.
Het bestond uit een verbeterde MOS Technology 65C02-processor, een speciaal ontwikkelde grafische 16 bit-processor en een speciaal ontwikkelde videocoderingschip. Allen door Hudson Soft ontworpen.
De TurboGrafx 16 was uiterst populair in Japan en wedijverde al spoedig na de lancering met de Nintendo NES qua verkoopaantallen. Tussen 1987 en 1993 werden niet minder dan twaalf systeemvarianten geïntroduceerd. Het systeem kon tot 512 kleuren in verschillende resoluties te gelijkertijd weergeven en beschikte over zeer robuuste sprite-afhandelingscapaciteiten. De door Hudson ontworpen chromacodeur leverde een beter en kleurrijker videosignaal dan zowel de NES als de Sega Mega Drive en wordt algemeen beschouwd als gelijkwaardig aan de 16 bits-Nintendo SNES, hoewel die laatste pas in 1990 zou worden geïntroduceerd.
Hoewel de grafiektechnologie zich verder ontwikkelde bleven spelfanaten trouw aan de TurboGrafx 16 ondanks zijn tekortkomingen. Eén van die tekortkomingen was een hardwarematige: de TurboGrafx 16 beschikte slechts over één joystickpoort en spelers die met meer dan één speler wilden spelen moesten een optionele TurboTap aanschaffen, waardoor het mogelijk werd tot vijf besturingsapparaten (joysticks) aan te sluiten op het systeem. Concurrerende spelsystemen hadden de beschikking over minimaal twee aansluitingen.
Het was de eerste spelconsole met een optioneel verkrijgbare cd-rom-module waardoor het kon profiteren van meer opslagruimte, lagere kosten (goedkoper) van mediadragers en geluid in cd-kwaliteit. Het efficiënte ontwerp, de ondersteuning door de belangrijkste Japanse softwareproducenten en de extra mogelijkheden van cd-rom-technologie gaf de TurboGrafx 16 een zeer grote verscheidenheid aan softwaretitels. De TurboGrafx 16 werd eind 1994 opgevolgd door de PC-FX in japan.
Deze console heb ik nog niet in mijn bezit. Ik heb er nog niet echt naar gezocht, maar ik weet wel dat hij niet makkelijk te vinden is. Ook is hij niet van de goedkoopste. Ooit zal ik hem wel hebben!
Deze heb ik nu ook in mijn collectie. Boxed and everything! 😀
3DO
Nov 28th
De 3DO Interactive Multiplayer (meestal aangeduid als 3DO) was een lijn van spelcomputers op de markt gebracht door zowel Panasonic, Sanyo als GoldStar tussen 1993 en 1994. Ze werden gebouwd in overeenstemming met de vastgestelde hardwarespecificaties van de The 3DO Company. Het systeem was ontsproten aan het brein van EA Games-oprichter Trip Hawkins maar ontwikkeld door Dave Needle en R.J. Mical van New Technology Group.
Ondanks een grote lancerings- en promotiecampagne en hoog-technologische vernieuwingen, weerhield de hoge prijs ($699,95 Amerikaanse dollar bij de introductie) en een oververzadigde spelcomputermarkt het systeem van de grote doorbraak.
Het systeem beschikte over zeer geavanceerde hardware-eigenschappen: een ARM60 32-bit RISC-processor, twee speciaal ontwikkelde videocoprocessors, een speciaal ontwikkelde 16-bit DSP en een aparte, speciale rekenkundige coprocessor. Verder beschikte het over 2 megabyte aan DRAM- en 1 megabyte aan VRAM-geheugen en een double speed cd-romstation voor gegevensopslag.
Tot 8 spelbesturingsapparaten konden via seriële aaneenschakeling op het systeem worden aangsloten. Naast speciale 3DO-software kon het systeem ook audio-cd’s afspelen (inclusief het cd+G-formaat), fotocd’s en video’s weergeven middels een ingebouwde MPEG-videokaart (alleen in Japan uitgebracht). Echter, slechts een beperkt aantal titels benutte ten volle het volledige potentieel van het systeem.
Dit was de dageraad van cd-rom-spellen en dus tussenscenes, bestaande uit gepixeliseerde videobeelden, overheersten in vele speltitels wat ten koste ging van een goede gameplay. De best ontvangen titels waren over het algemeen spellen van andere spelsystemen zoals Alone in the Dark, Myst, Out of This World en Star Control II. Andere opmerkelijke titels waren Need for Speed, Jurassic Park Interactive, Crash N’ Burn, Slayer, Killing Time en de eerste spelcomputerconversie van Super Street Fighter II Turbo. Deze versie overtrof het origineel met zijn geluid van cd-kwaliteit. Diverse spelreeksen die hun oorsprong op de 3DO hadden vonden hun weg naar de andere 32-bit spelcomputers.
Begin jaren 1990 was de spelcomputermarkt overladen met aanbieders van spelsystemen. Philips, Sega, Nintendo, Commodore, SNK en Atari hadden ieder een spelcomputersysteem op de markt. Tegen 1995 was het grootste deel van deze systemen uiteengevallen en beëindigd. Nintendo’s SNES, Sega’s Mega Drive en NEC’s TurboGrafx 16 waren de succesvolste systemen.
Velen beweren dat de uiteindelijke genadeklap werd uitgedeeld door de overweldigend populaire en betaalbare PlayStation van Sony, welke niet alleen andere op cd-gebaseerde spelsystemen als cd-i uit de markt dwong, maar uiteindelijk ook de Sega Saturn het loodje liet leggen. Ondanks de stevige promotie en de potentiële uitbereidingsmogelijkheden van de 3DO Interactive Multiplayer, ontbrak de steun van externe softwarepartijen en werd de productie eind 1995 beëindigd. De 3DO Company vormde zich vervolgens om tot een softwareuitgever en ontwikkelde spellen als de Army Men-reeks en vroeg uiteindelijk faillissement aan in 2003.
Deze console heb ik jammergenoeg ook nog niet in mijn collectie. Hij is dan ook niet echt makkelijk te vinden. Wel moet ik erbij vertellen dat ik ook nog niet echt veel moeite gedaan heb om hem te zoeken.
Maar ooit zal deze wel in mijn kast staan pronken.
En deze staat nu wel degelijk in mijn kast te pronken! Heb er ook niet zoveel voor moeten betalen, maar toch zijn ze redelijk schaars om te vinden. Maar er komt hier en dan wel eens eentje voorbij.
Philips CD-I
Nov 24th
Cd-i (compact disc interactive) was een multimediasysteem van Philips dat uitgebracht werd in 1991. Het werd aangesloten op een tv. Naast de speciale cd-i’s konden ook audio-cd’s, foto-cd’s en, in combinatie met een videocartridge, video-cd’s worden afgespeeld.
In 1985 startten de gesprekken tussen Philips, Sony en Matsushita voor het oprichten van een gezamenlijk multimediaplatform wat een concurrent zou worden van de ook in deze tijd opkomende cd-rom-standaard. In 1986 werd de standaard cd-i grotendeels door Philips vastgelegd in het zogeheten “Green Book”, op dezelfde wijze als hoe de audio-cd-standaard is vastgelegd in het “Red Book”. Matsushita en later Sony waren het echter niet eens met Philips en stapten beiden uit het cd-i-project. Het platform werd gelanceerd in 1991. Van de betrokkenheid van Sony en Matsushita in het cd-i-project zijn nog tekenen zichtbaar als het door Sony gedirigeerde Jigsaw-spel en de draagbare cd-i-speler van Sony genaamd “Intelligent Discman”.
Philips heeft diverse soorten cd-i-spelers op de markt gebracht. Als eerste consumentenmodel is de Philips CD-i 205 gelanceerd. Dit type is in Amerika uitgekomen onder de naam CD-i 910. Het bekendst zijn de Philips CD-i 210 en Philips CD-i 220. Later zijn ook draagbare modellen gekomen van Philips (CD-i 350, 360 en 370) en zijn cd-i-spelers geïntegreerd in televisie- en stereosets van Philips. Het laatste cd-i-model van Philips is de Philips CD-i 740. Ook andere bedrijven hebben cd-i-spelers op de markt gebracht, waaronder Grundig, Goldstar (later bekend als LG), Kyocera, Bang & Olufsen en Sony.
De eerste professionele cd-i bedoeld voor ontwikkelaars werd door Philips ontwikkeld in samenwerking met Kyocera. Dit was de Philips CD-i 180/181/182, een cd-i-speler bestaande uit drie componenten. In het professionele vlak is Philips later verder gegaan met de Philips CD-i 6xx-serie, die meerdere types voortbracht bedoeld voor het professionele segment.
Op consumentengebied werd de Philips cd-i vooral ingezet als tegenhanger van cd-rom, wat betekende dat edutainment hoog in het vaandel stond. cd-i werd niet neergezet als videoconsole en bij de marktintroductie in 1991 waren slechts simpele spelletjes beschikbaar als Vier-op-een-rij (Connect Four) en Zeeslag (spel) (Battleship). Al gauw kwam hier verandering in door de toetreding van het Eindhovense SPC Vision die arcade-achtige spellen voor cd-i maakte die voorheen onmogelijk leken op cd-i: Hun spellen zoals Alien Gate (schieten) en The Apprentice (platform) werden de bekendste en populairste spellen op cd-i.
Er waren ook populaire spellen op cd-i, zoals een exclusieve consoleversie van The 7th Guest, conversies van het populaire Dragon’s Lair en ook interactieve films zoals De Zaak van Sam, waar nog bekende Nederlanders als Isa Hoes in meespelen. Philips subsidieerde ook de productie van exclusieve spellen, zoals Burn:Cycle (gemaakt door Trip Media) en Chaos Control (gemaakt door Infogrames), die later geconverteerd werden naar de Sega Saturn en de pc-cd-rom.
Philips heeft zelf ook veel cd-i-materiaal geproduceerd en richtte hiervoor diverse studio’s op. In 1986 startte Philips met American Interactive Media in het Amerikaanse Delaware. In 1992 werd de naam veranderd in Philips Interactive Media Corporation en in 1995 verkort naar Philips Media. Hieronder waren meerdere Philips-studio’s actief: Philips Sidewalk Studio zorgde vooral voor kindertitels als De Krijtjesfabriek, Wacky World of Miniature Golf en Richard Scary’s Allerbeste Buurt Disc. Philips FunHouse (onder leiding van Cliff Johnson) produceerde de puzzelspellen Merlin’s Apprentice en Labyrinth of Crete. Philips Fantasy Factory was verantwoordelijk voor Name that Tune en Hotel Mario. Philips Freeland Studio was verantwoordelijk voor de conversie van The 7th Guest. Philips POV (Point Of View, gevormd uit het vroegere Cinemaware) maakte Voyeur, Thunder in Paradise en Defender of the Crown. Philips Research ADS (Advanced Development & Support) converteerde Pac-Panic en maakte de eerste FPS op Philips cd-i met Atlantis: The Last Resort.
Philips had een rijke geschiedenis in het videospellenverleden met onder andere de Magnavox Odyssey en de betrokkenheid bij de MSX-standaard. Dit heeft geresulteerd in veel patenten waar Philips veel aan verdiend heeft. Tijdens gesprekken met Nintendo om een cd-rom-add-on te produceren voor de opkomende Super Nintendo, is Nintendo uiteindelijk afgehaakt. Hoe het komt dat er toch Nintendo-gelicenseerde spellen op Philips cd-i zijn verschenen, omschreef de voorzitter van Philips Media, David McElhatten, als een herenakkoord tussen Philips en Nintendo of America, gesloten door de druk van patenten die Philips en Nintendo bezaten en wilden gebruiken. Zo werd producent Animation Magic aangewezen om officiële Zelda-spellen voor cd-i te maken: Link: The Faces of Evil en Zelda: The Wand of Gamelon. Deze spellen zijn geheel vertaald in het Nederlands en ontworpen als platformavontuurspellen. Beide spellen kenden een relatief simpele tekenstijl en waren niet populair. In 1995 werd door producent Viridis een nieuw Zelda spel voor de cd-i geproduceerd onder de naam Zelda’s Adventure. Dit spel kende in plaats van een platform-perspectief wel een traditioneel Zelda-perspectief.
Ook Super Mario zelf speelde een hoofdrol in het cd-i-spel Hotel Mario. Dit was het enige spel met Nintendopersonages geproduceerd door Philips zelf.
Ondanks de aanwezigheid van Nintendo-karakters in cd-i-spellen heeft cd-i nooit de populariteit gekend waar Philips op hoopte. Rond 1994 zag Philips duidelijk in dat de spellen het beste verkochten en dat er enkel verlies werd gemaakt op referentietitels en cursustitels op cd-i. Philips ontwikkelde de Philips CD-i 4xx-serie, goedkopere versies van de cd-i-speler en zette cd-i opnieuw in de markt maar nu meer gefocust als spelcomputer. Dit waren ook de hoogtijdagen van de “Full Motion Video”-spellen, zoals Mad Dog McCree. Hiermee was cd-i nog enigszins populair en de versies werden ook gezien als de beste van alle consoleversies.
Cd-i is nooit een succes geworden, mede door de hoge prijs. Ten tijde van de introductie in Nederland was het goedkoopste exemplaar speler (CD-i 210) verkrijgbaar voor 450 euro. De prijs van het uitgebreidere model (CD-i 220) was toen 590 euro. Met de introductie van onder andere de Sony PlayStation, kwam het einde voor de cd-i in zicht.
In 1996 besloot Philips definitief te stoppen met cd-i. Plannen voor de CD-i 2 waren zeker aanwezig en Argonaut was zelfs aangewezen voor het ontwerpen van chip-sets voor de opvolger van cd-i. Echter, de toenmalige president Boonstra zag geen heil meer in het mediagebied voor Philips en zo heeft Philips alles verkocht, inclusief de mediadochter Polygram. Het Nederlandse stukje van Philips Media werd verkocht aan Softmachine, wat als laatste product The Lost Ride op cd-i uitbracht. Het Franse deel werd verkocht aan Infogrames samen met het hele cd-i-archief. Het allerlaatste cd-i-spel is dan ook van de hand van Infogrames: Solar Crusade in 1999.
Zelf heb ik de CD-I 220. Op zich wel een leuk toestelletje. Enkel kost de goede controller (te zien op 220 foto) meer als de console zelf.
Hier heb ik zo’n 20 games van.
Videopac G7000
Nov 24th
De Videopac G7000 is een spelcomputer die door Philips in 1978 op de markt werd gebracht.
Net als concurrerende systemen, waarvan de Atari 2600 het belangrijkste was, bestond het Videopac-systeem uit een spelcomputer en losse cartridges met daarop de spellen. De spelcomputer werd aangesloten op de televisie, al was er ook een variant verkrijgbaar met een ingebouwd zwart-witbeeldscherm, de G7200. Een bijzonderheid van de Videopac was dat deze als enige spelcomputer een toetsenbord had. Mede hierom prees Philips het toestel aan als de meest geavanceerde spelcomputer. De beeldkwaliteit van de spellen bleef echter achter bij die van concurrerende systemen. Bovendien was het aantal beschikbare spellen in vergelijking met andere systemen erg beperkt. Met een aangepaste versie, de Videopac+ G7400, probeerde Philips zijn marktaandeel te behouden.
Videopac werd onder andere namen ook in een aantal andere landen uitgebracht, zoals Radiola Jet 25 in Frankrijk en Magnavox Odyssey 2 in de Verenigde Staten.
Deze console heb ik ook in mijn bezit. En heb er al enkele spellen voor. Zelf beleef ik wel fun aan deze console.
Voor de prijs moet je het niet laten. Ik heb de Videopac gekocht voor 19,- €.
Vectrex
Nov 2nd
De Vectrex is de allereerste spelcomputer met een ingebouwd CRT beeldscherm en vector graphics. In Europa kwam de Vectrex echter pas uit na de Videopac G7200 en de Radiola JET, beide ook met ingebouwd beeldscherm. Het was/is een grote favoriet bij gamers en verzamelaars. In tegenstelling tot de meeste spelcomputers, die van rasterafbeeldingen gebruikmaken, gebruikt de Vectrex vectorafbeeldingen. Hiervan is ook de naam afgeleid.
De Vectrex was de enige spelcomputer met een ingebouwd scherm. De Vectrex was de eerste home spelcomputer die kwam met analoge controls. Met een totale game libarary van 29 games was het niet de succesvolste spelcomputer in die tijd.
Door de vector graphics kon de console alleen maar zwart-witbeeld geven. Om toch een beetje kleur toe te voegen werd er bij iedere game een overlay gegeven. deze paste in de klemmetjes bij het scherm en brachten wat kleur aan de witte lijntjes.
De originele naam voor de Vectrex zou de Kenner Mini-Arcade geweest zijn, maar men koos toch voor de naam Vectrex.
De Vectrex is niet alleen in Europa en Amerika uitgekomen, maar ook in Japan. In 1983 bracht Bandai de console onder de naam Bandai Kousokousen uit voor 54800 yen (€385), in Japan.
De Vectrex maakte bijna een comeback in 1988, toen Smith Engineering de Vectrex wilde terugbrengen als een handheld (zoals Game Boy, enz.). Maar Milton Bradly (MB) vond de prijs van $ 100+ (€ 85+) te hoog, het zou volgens hun dus niet verkopen, en het idee werd geschrapt. Een jaar later kwam Nintendo’s Game Boy uit en werd een groot succes, maar het idee van de Vectrex handheld werd nooit meer geprobeerd.
De naam Vectrex afgeleid is van (vector graphics).
Deze console heb ik na wat zoeken eindelijk in mijn bezit.
Deze gaat voor zo een 100 €. Ik heb de mijne wel aanzienlijk goedkoper kunnen vinden.
Echt veel games zijn er niet voor en ik heb er ook nog niet zo veel voor.